Genderidentiteit op school.

Het kan gebeuren dat je kind vertelt dat een klasgenoot zich liever jongen dan meisje voelt, of juist andersom. Of dat iemand niet duidelijk in het hokje ‘jongen’ of ‘meisje’ past. Wat betekent het eigenlijk om een andere naam of voornaamwoorden te gebruiken? En hoe kun je je kind helpen om hiermee om te gaan?

In de klas van mijn kind zit iemand die transgender is

Je kind vertelt dat een klasgenootje liever een jongen dan een meisje is, of andersom. Of een klasgenoot is niet duidelijk een jongen of een meisje. Vaak is dit voor kinderen vanzelfsprekend en hebben ze geen moeite om zich hieraan aan te passen.

Misschien geeft de klasgenoot van je kind aan dat een andere naam of andere voornaamwoorden (bijvoorbeeld hij/hem, zij/haar of die/diens) fijner voelt. Het is oké als je hier nog even aan moet wennen. Blijf goed luisteren en probeer mee te gaan in de wensen van de klasgenoot van je kind. Het betekent heel veel voor iemand als jij je best doet.

Heeft je kind vragen over gender of geslacht? Praat er dan met elkaar over. Heb je het gevoel dat je nog niet genoeg weet over geslacht en gender? Zoek je tips of extra informatie? Het Transgendernetwerk leert je meer over hoe je kunt omgaan met transgenderkinderen op school. Of lees meer in het Gender Doeboek voor scholen. Tijdens Paarse Vrijdag wordt aandacht besteed aan diversiteit op school.

En hoe gaat dat in de klas en met gym?

Zit er een kind in de klas en bij de gymles dat transgender is? Dat kan wennen zijn.  Waarschijnlijk is het voor school, de ouders en het kind ook zoeken naar wat fijn voelt. Er zijn namelijk geen vaste regels.

Een oplossing kan bijvoorbeeld een aparte wc of kleedkamer zijn, maar dit kan er ook voor zorgen dat het kind zich juist buitengesloten voelt. De school zal in overleg met de ouders en het kind tot een passende oplossing proberen te komen.

Vind jij de gevonden oplossing toch niet fijn? Ga dan in gesprek met de leraar van je kind. Kom je er samen niet uit? Neem dan contact op met Ouders & Onderwijs.

Week van de Lentekriebels: wat leert je kind?

De lessen in de Week van de Lentekriebels zijn afgestemd op de leeftijd van de kinderen in de klas. Jongere kinderen ontdekken onderwerpen als vriendschap, familie en gevoelens. Voor oudere leerlingen gaat het verder, bijvoorbeeld over hoe je lichaam verandert en hoe je grenzen aangeeft. Wil je precies weten wat er besproken wordt? Vraag dit even na bij de leraar.

De rol van ouders

Ook thuis kun je als ouder veel betekenen. Door open gesprekken te voeren over relaties en seksualiteit, leert je kind omgaan met jouw waarden en overtuigingen. Vaak deelt de school vooraf de inhoud van de lessen, zodat jij hier als ouder op kunt aansluiten.