10 veel voorkomende afkortingen in het onderwijs.

10 veel voorkomende afkortingen in het onderwijs.

Het onderwijs zit vol met afkortingen die soms verwarrend kunnen zijn. LVS, OPP, BPV en nog meer: wat betekent dit eigenlijk allemaal? Ouders & Onderwijs bestaat dit jaar 10 jaar en kan met al deze jaren ervaring precies uitleggen wat deze 10 veel voorkomende afkortingen betekenen.

TLV (Toelaatbaarheidsverklaring)

Een TLV is een verklaring die aangeeft dat je kind recht heeft op speciaal onderwijs. Deze verklaring wordt afgegeven door een samenwerkingsverband na een zorgvuldige beoordeling.

OPP (Ontwikkelingsperspectief)

Een OPP is een plan dat wordt opgesteld voor je kind als die extra ondersteuning nodig heeft. In dit plan staan de doelen en het verwachte ontwikkelingsniveau van je kind beschreven, en ook de ondersteuning die nodig is om deze doelen te bereiken.

LVS (Leerlingvolgsysteem)

Een LVS is een digitaal systeem waarin de voortgang en ontwikkeling van je kind wordt bijgehouden. De leraar gebruikt het om te monitoren hoe je kind zich ontwikkelt op verschillende gebieden.

SWV (Samenwerkingsverband)

Een SWV is een netwerk van scholen binnen een regio die samenwerken om passend onderwijs te organiseren voor je kind. Ze moeten ervoor zorgen dat er voldoende ondersteuning beschikbaar is als je kind extra hulp nodig heeft.

IB (Intern Begeleider)

De IB’er is een leraar of specialist binnen de basisschool die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de zorg en ondersteuning, voor als je kind extra hulp nodig heeft.

RT (Remedial Teaching)

RT staat voor Remedial Teaching en is extra ondersteuning voor als je kind moeite heeft met bepaalde vakken of vaardigheden. Een remedial teacher biedt gerichte hulp om deze achterstanden in te halen.

BPV (Beroepspraktijkvorming)

BPV is een belangrijk onderdeel van het mbo. Het zijn stages waarbij studenten praktijkervaring opdoen in een bedrijf. Zo leert je kind de theorie in de praktijk toe te passen en zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting)

Een PTA is een document in het voortgezet onderwijs waarin staat welke toetsen je kind moet maken, wanneer deze toetsen plaatsvinden en hoe zwaar ze meetellen voor het eindcijfer.

VSO, TSO, NSO of BSO (Voorschoolse-, Tussenschoolse-, Naschoolse, of Buitenschoolse opvang)

Rondom de schooltijden en roosters van je kind kun je opvang regelen. Dit is goed voor de sociale ontwikkeling van je kind én handig voor ouders die fulltime werken.

SO (Speciaal Onderwijs)

SO is onderwijs voor kinderen die speciale ondersteuning nodig hebben vanwege een lichamelijke, verstandelijke of gedragsmatige beperking. Het doel is om iedereen een zo passend mogelijke onderwijsplek te bieden.

Meer weten?

Wil je meer weten over deze afkortingen of heb je vragen over andere afkortingen? Bel, mail of WhatsApp dan met ons Adviespunt voor meer informatie.