Saarisnietgek: “Het is belangrijk dat kinderen makkelijker praten over gevoelens”.
Praten over gevoelens is voor veel kinderen niet vanzelfsprekend. Toch is dat juist hard nodig. We spraken daarom Elsbeth Kuysters, psycholoog en medeoprichter van stichting Saarisnietgek. Het doel van de stichting is dat kinderen op tijd leren praten over emoties en gevoelens om zo grotere mentale problemen in de toekomst te voorkomen.
In Nederland heeft bijna één op de drie jongeren tussen 12 en 16 jaar last van mentale problemen, zoals somberheid, stress of angst. Uit onderzoek blijkt dat ruim een derde van alle psychische problemen al voor het 14e jaar begint. Vroege hulp en gesprekken over gevoelens zijn daarom erg belangrijk (Trimbos-instituut & RIVM, 2023).
De stichting, mede opgericht door Elsbeth Kuysters, helpt kinderen van 10 tot 12 jaar om gevoelens op een laagdrempelige manier bespreekbaar te maken. Hun belangrijkste middel is een tastbaar magazine dat kinderen zelf kunnen lezen en waarmee ouders, leerkrachten en jeugdprofessionals direct aan de slag kunnen.
Een idee dat voortleeft
De aanleiding van het oprichten van deze stichting was een persoonlijke gebeurtenis. Elsbeths dochter Sara kampte met mentale problemen en overleed in 2017. In de voorafgaande periode begon Sara een eigen mental health-project. “Ze had zoiets van: ik vind dat we jongeren eigenlijk kennis moeten geven over wat je kan voelen, wat je kan ervaren en met name hoe je daar het beste mee om zou kunnen gaan,” vertelt Elsbeth. Sara’s plan voor een magazine met interviews en rubrieken bleef liggen toen haar gezondheid verslechterde. Vier jaar na Sara’s overlijden keek Elsbeth opnieuw in de documenten. “Toen dachten we: hé, hoe kunnen we dit vormgeven? Uiteindelijk zijn we bij een papieren magazine uitgekomen.”
Waarom een magazine
De keuze voor een ‘offline’ magazine is bewust gemaakt. Samen met de andere oprichters van Saarisnietgek sprak Elsbeth met jeugdzorg en onderwijs over hoe we dat het beste konden aanpakken. “We hebben gekeken naar de beste vorm voor dit idee: is dat online, een game, een training? Maar dat is er eigenlijk allemaal al. Of er zijn veel dingen al in ontwikkeling. Daarom hebben we gekozen voor een ‘old school’ magazine.” Het blad is eenmalig en tijdloos. “Er zitten elf thema’s in, gebaseerd op onderzoek van Trimbos en gesprekken met jongeren.
Natuurlijk bekijken we jaarlijks of het nog voldoet en/of dat iets veranderd moet worden, maar de basis is vrij tijdbestendig.” Aanpassingen gebeuren waar nodig. Zo werd de verwijzing naar de Transgenderpoli Amsterdam later vervangen door Transvisie, na advies van jeugdprofessionals. “Dat vinden we belangrijk, en dat zijn dingen die we vanuit het werkveld meekrijgen,” legt Elsbeth uit.
Preventief en normaliserend
De stichting richt zich op preventie en normalisering. “Wij zoomen in op alledaagse problemen waar elk kind zich in herkent,” zegt Elsbeth. “Wij geven in het magazine informatie over emoties en gevoelens. Wat is angst, wat is boosheid, hoe kan ik dat uiten, waar kun je last van hebben en hoe kun je ermee omgaan? Het gaat niet over depressie, niet over zelfdoding, niet over angststoornissen.”
Volgens Elsbeth zijn volwassenen soms bang om met kinderen over emoties te praten. “Sommige mensen denken: oh jee, wat rakel je allemaal op bij die kinderen, je moet het maar niet aanraken. Maar ik heb gemerkt dat kinderen helemaal niet bang zijn voor emoties. Als je de juiste vragen stelt, krijg je overal antwoord op. En als er iets naar voren komt dat heftig is, is het beter dat het op die leeftijd naar buiten komt dan wanneer het te laat is.”
Effect in de praktijk
Het magazine wordt inmiddels gebruikt door meer dan honderd scholen. De reacties zijn positief. “Leraren zeggen dat ze hele mooie gesprekken met kinderen hebben over hun gevoelens en dat het magazine een mooi instrument is,” vertelt Elsbeth. Ook pleeggezinnen en ouders geven terug dat hun kinderen zich herkennen in de verhalen en tips die in het magazine staan.
Ze ziet de waarde al bij kleine successen. “Al zou je maar één kind hebben dat het leest en zich herkent en denkt: ‘Misschien is het toch fijn als ik het met iemand ga bespreken,’dan is dat winst. Want als je het niet bespreekt en je houdt het voor je, dan wordt het groter en groter.”
De toekomst van Saarisnietgek
Elsbeth droomt ervan dat alle kinderen in Nederland tussen 10 en 12 jaar het magazine krijgen. Via scholen, gemeenten of hun ouders. “Wij willen zoveel mogelijk kinderen bereiken. Hoe precies weten we nog niet, maar dat is het hoofddoel.” Ze benadrukt dat de stichting niet commercieel werkt, het is een ANBI stichting. “Wij werken met ambassadeurs: mensen die geloven in wat we doen en die bijvoorbeeld een netwerk hebben in onderwijs of bij gemeenten. Daar moeten we het van hebben, van warme contacten.”
Aan ouders geeft ze een duidelijke boodschap mee: “Dit magazine kun je heel laagdrempelig thuis gebruiken, ook als je kind geen prater is. Een kind kan opdrachten maken en verhalen lezen, en dan gebeurt er iets. Het is heel makkelijk om zo een ingang te vinden om iets bespreekbaar te maken.”
Voor Elsbeth is dat de essentie. “Het mooiste vind ik dat het zo eenvoudig is,” zegt ze. “Een praktisch hulpmiddel dat kinderen begrijpen en dat direct bruikbaar is.” Met Saarisnietgek leeft Sara’s oorspronkelijke idee voort en krijgen kinderen de kans om te voelen, te praten en te groeien voordat kleine zorgen grote problemen worden.
Meld je aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief!
Ontvang het laatste nieuws, tips en ervaringen.