Week tegen Pesten: cyberpesten.

Week tegen Pesten: cyberpesten.

Tijdens de Week tegen Pesten staan we extra stil bij hoe belangrijk een veilige schoolomgeving is. Waar vroeger pesten vooral op het schoolplein gebeurde, speelt het zich nu steeds vaker online af.

Via bijvoorbeeld Snapchat, Instagram, TikTok, appgroepen of online games kan een kind 24/7 worden geconfronteerd met kwetsende opmerkingen, buitensluiting of bedreigingen. Juist daarom is cyberpesten vaak nog ingrijpender: het stopt niet zodra de bel gaat. 

Wat is cyberpesten? 

Cyberpesten is pesten via digitale middelen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om beledigende of kwetsende berichten in groepsapps, het verspreiden van gemene filmpjes of foto’s of het buitensluiten van kinderen in online groepen. Ook dreigende of anonieme berichten, roddels en het aanmaken van nepaccounts vallen hieronder. 

Hoe herken je dat je kind online wordt gepest? 

Niet elk kind vertelt direct wat er speelt. Je kunt als ouder wel alert zijn op signalen. Soms wil een kind plotseling niet meer online zijn, of juist obsessief de telefoon blijven controleren. Ook veranderingen in slaap- of eetpatroon kunnen een aanwijzing zijn, net als teruggetrokken of somber gedrag. Sommige kinderen krijgen lichamelijke klachten zonder duidelijke oorzaak. Anderen laten juist spanning zien rondom school of sociale situaties. 

Wat kun je als ouder doen? 

Online pesten stopt niet bij de schooldeur, maar gebeurt ook thuis, op de vereniging of sportclub en in de wijk. Het is daarom belangrijk dat er thuis, op school en in bij de plekken waar je kind vaak komt afspraken gemaakt worden over online gedrag. Het kan helpen als je dit ook zelf aankaart. Bijvoorbeeld bij de start van het sportseizoen of het nieuwe schooljaar.   

Belangrijk is om het gesprek aangaan. Vraag rustig wat er speelt en toon begrip, zonder direct te oordelen of oplossingen op te dringen. Als je kind dat wil, bekijk je samen de berichten of accounts. Vervolgens kan het helpen om afspraken te maken over gezond online gebruik, bijvoorbeeld door regelmatig pauzes in te lassen. Bewaar waar mogelijk bewijs, zoals screenshots, want dat kan later belangrijk zijn. Blijft het probleem bestaan of wordt het erger? Betrek dan de school (vertrouwenspersoon of het aanspreekpunt pesten) en, wanneer nodig, een externe organisatie zoals Meldknop, Helpwanted of de politie. Je kind kan ook hulp zoeken bij de Kindertelefoon. 

Wat kunnen scholen doen? 

Basisscholen en middelbare scholen hebben de wettelijke taak om een sociaal veilige omgeving voor je kind te bieden. Een goed veiligheidsbeleid besteedt daarom ook aandacht te besteden aan cyberpesten. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen les krijgen over mediawijsheid en online gedrag. Een vertrouwenspersoon op school kan zorgen dat kinderen hun verhaal laagdrempelig kwijt kunnen. Ook helpt het wanneer in de klas duidelijke afspraken gelden over digitaal gedrag en de school consequent optreedt als die regels worden overtreden. 

Sommige scholen hebben een anti-pestprotocol. Wil het anti-pestprotocol van de school doorlezen? Deze kun je vinden in de schoolgids. Verder moet de school een anti-pestcoördinator én een aanspreekpunt pesten hebben. Dit aanspreekpunt is er speciaal voor leerlingen én ouders en is vaak ook de vertrouwenspersoon.