Pesten op het mbo.

Pesten gebeurt helaas overal, ook op het mbo. Je wil natuurlijk dat het pesten stopt, zodat je kind weer met een fijn gevoel naar school gaat. Welke regels zijn er rondom pesten? En waar kun je als ouder terecht voor ondersteuning of informatie? We zetten het voor je op een rij.

Pesten

Pesten komt in allerlei vormen voor: van uitschelden tot roddelen en van fysiek geweld tot buitensluiten. Sinds de komst van sociale media gebeurt het pesten ook veel online. Denk dan aan bedreigingen, nep-accounts aanmaken, ongewenst beeldmateriaal verspreiden of buitensluiten van online groepen. Het vervelende aan deze onlinewereld is dat zelfs als het pesten voorbij is, je de berichten nog terug kunt vinden. Kortom: het is belangrijk dat het mbo zoveel mogelijk doet om pesten te voorkomen, te signaleren en aan te pakken.

Wat moet de mbo-school tegen pesten doen?

Mbo-scholen moeten zich houden aan de Arbowet. Daarin staat dat scholen hun personeel en studenten moeten beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting. Pesten valt daar ook onder. Elke mbo-school is in ieder geval verplicht om een vertrouwenspersoon te hebben waar je kind terecht kan. De Onderwijsinspectie controleert of deze goed bereikbaar is voor studenten en ouders. En of de mbo-school zorgt voor een veilige omgeving. Daarnaast hebben veel mbo-scholen een pestprotocol. Daarin staan duidelijke regels over hoe studenten en medewerkers respectvol met elkaar moeten omgaan. De overheid ontwikkelde daarvoor een voorbeeld waar mbo-scholen gebruik van kunnen maken.

Wat kun je als ouder doen?

Zit je kind op het mbo en wordt die gepest? Dan is het belangrijk dat er snel wat aan gedaan wordt. Het is vooral belangrijk om aandacht, steun en veiligheid te bieden. Geef je kind de ruimte om nare ervaringen en gevoelens te uiten en heb het erover. Laat je kind zélf bepalen wat er gebeurt en maak geen beslissingen zonder je kind erin mee te nemen. Leg uit dat het belangrijk is om school op de hoogte te brengen van het pestgedrag, zodat jullie er samen iets aan kunnen doen. Benader de vertrouwenspersoon van de school: die weet wat er verder moet gebeuren.