Onderwerp zoeken?

Typ hier uw onderwerp in

Home > Kennisbank > Naar de middelbare school > Praktijkonderwijs

Praktijkonderwijs.

Het praktijkonderwijs is voor leerlingen die beter leren van praktijkervaring dan door theorie. De leerlingen op het praktijkonderwijs worden opgeleid voor de arbeidsmarkt of voor een vervolgopleiding. Voor het praktijkonderwijs gelden toelatingseisen en is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig.

Praktijkonderwijs

In het praktijkonderwijs leren kinderen vooral uit de praktijk. Er is bovendien veel aandacht voor je kind. De klassen zijn klein en ieder kind heeft een eigen plan voor het onderwijs. Elke leerling krijgt intensieve, persoonlijke begeleiding. In dit soort onderwijs krijgt jouw kind minimaal 1.000 uur onderwijs per schooljaar.

Welke leeftijd?

Een leerling kan direct na de basisschool en soms ook tijdens het eerste jaar op de middelbare school, naar het praktijkonderwijs. Leerlingen kunnen blijven tot het eind van het schooljaar waarin zij18 jaar worden. In uitzonderlijke gevallen kan de Onderwijsinspectie dit met een jaar verlengen. De meeste leerlingen volgen vijf jaar praktijkonderwijs.

Wat leert jouw kind?

Het praktijkonderwijs bereidt jouw kind voor op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. Het uitgangspunt is dat een kind zowel naar school gaat als stage loopt. De meeste scholen hebben een onderbouw van twee jaar. Daar leert jouw kind de basisvaardigheden en krijgt het algemene vakken. Daarnaast kan het zich oriënteren op de verschillende sectoren op de arbeidsmarkt. Bovendien is er binnen het praktijkonderwijs veel aandacht voor de algemene ontwikkeling van jouw kind. De bovenbouw duurt meestal drie jaar en is meer gericht op stage en de toeleiding naar werk. Er zijn drie soorten vakken op school:

  • Algemene vakken: dit zijn de vakken taal, rekenen/wiskunde, informatiekunde en lichamelijke oefening. Deze worden niet volgens vaste programma’s gegeven, zoals op andere schoolsoorten. De individuele behoefte van elke leerling staat voorop. Daardoor zijn de lessen aangepast aan elke individuele leerling – en niet aan een algemeen programma.
  • Vakken die jouw kind als persoon ontwikkelen: dit zijn praktische vaardigheden zoals koken, klussen in huis, rekeningen betalen, het invullen van formulieren en uiterlijke verzorging. Er is ook ruimte voor de ontwikkeling van jouw kind op persoonlijk vlak. Daarnaast besteedt de school aandacht aan het aanleren van sociale vaardigheden en het omgaan met andere mensen.
  • Praktijkgerichte vakken die zich richten op werk en stage: Deze vakken bereiden jouw kind voor op een baan op de arbeidsmarkt en zijn speciaal gericht op beroepen die jouw kind later kan beoefenen. Het aanbod verschilt per school en de vakken zijn afgestemd op de mogelijkheden in de regio. In overleg met de gemeente kiest de school bijvoorbeeld om les te geven in vakken voor het magazijn, de horeca, de bouw of het grootwinkelbedrijf. In de bovenbouw is de stage een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Een goede stage helpt jouw kind bij het vinden van een baan na het afronden van het praktijkonderwijs. Het is vaak ook mogelijk om tijdens het praktijkonderwijs branchecertificaten en diploma’s te halen. Dat helpt jouw kind bij het vinden van een baan.

Diploma

Na afloop van het praktijkonderwijs krijgt jouw kind een diploma. Daarmee kan het op zoek naar een baan of doorleren op het mbo-1. Soms is het ook mogelijk om al tijdens het praktijkonderwijs een mbo-1 diploma te halen en door te stromen naar een mbo-2 opleiding. Lees meer over het mbo. Aan het schooldiploma is geen landelijk examen met landelijk bepaalde eindtermen en kerndoelen verbonden. Het schooldiploma is gekoppeld aan een persoonlijk portfolio, waarin de door de leerling behaalde resultaten zijn opgenomen.

Individuele leerling

Het praktijkonderwijs richt zich op de individuele leerling en maakt voor elke leerling een individueel ontwikkelingsplan. In dit plan staat wat de leerling gaat doen om zich voor te bereiden op zijn eigen toekomst. Dit gebeurt aan de hand van de thema’s wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. In het plan staat ook naar welk soort werk de leerling naar verwachting uitstroomt. Elke leerling krijgt dus een eigen leerroute. Dit plan wordt opgesteld samen met de leerling en de ouders.

Toelating

Voor toelating tot het praktijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig van het samenwerkingsverband. De school vraagt deze aan. Meestal is hier ook de basisschool bij betrokken. Als de basisschool denkt dat jouw kind in aanmerking komt voor het praktijkonderwijs vraagt de school onderzoeken aan bij het samenwerkingsverband. Dit gebeurt al aan het begin van groep 8. Jouw kind krijgt dan een test die het niveau van lezen, spelling, rekenen en begrijpend lezen meet. Ook is er een intelligentieonderzoek nodig. Soms vraagt de school om aanvullend onderzoek. Naar bijvoorbeeld een stoornis die jouw kind beperkt bij het leren. De onderzoeken worden uitgevoerd door een geregistreerde orthopedagoog of psycholoog. Voor deze onderzoeken is toestemming van ouders nodig. Op basis van de uitkomsten van de onderzoeken kijkt de school of jouw kind in aanmerking komt voor praktijkonderwijs.

Voor de toelating tot het praktijkonderwijs gelden landelijke criteria. Alleen wanneer jouw kind daaraan voldoet is het mogelijk om een toelaatbaarheidsverklaring te krijgen. Jouw kind komt in aanmerking voor het praktijkonderwijs als:

  1. Het IQ tussen de 55 en 80 ligt,
  2. En er een leerachterstand is van drie jaar of meer op twee van de volgende domeinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen. Van die twee domeinen is er één inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen.

 

Praktijkonderwijs of vmbo met ondersteuning

Sommige leerlingen voldoen aan de voorwaarden voor praktijkonderwijs, maar kunnen toch terecht op een vmbo-school met leerwegondersteuning. Dat bepalen school, ouders en samenwerkingsverband samen. Een reden hiervoor kan zijn dat de leerling erg gemotiveerd is of een uitstekende werkhouding heeft. Ook de praktijkschool kan aangeven dat zij de leerling beter vinden passen op een vmbo-school met leerwegondersteuning. In dat geval zoekt het praktijkonderwijs een passende school.

Afdeling met speciaal profiel

De school kan naast de gewone afdelingen ook een afdeling met een speciaal profiel hebben. Voor toelating tot de school mag de school geen extra voorwaarden stellen. Wel kan de school voor plaatsing in profielklassen klas extra eisen stellen bijvoorbeeld een school gericht op sport je kind vragen een sportiviteitstest te doen. Voor toelating tot een tweetalig onderwijsklas kan een vaardigheidstoets worden afgenomen.

Niet eens met aanmelden praktijkonderwijs

Kan je je niet vinden in een aanmelding voor het praktijkonderwijs? Dan kun jij er zelf voor kiezen jouw kind aan te melden op het vmbo. Een middelbare school mag een leerling op een ander schooltype dan het schooladvies plaatsen als ouders daar om vragen. In zo’n situatie onderzoekt de vmbo-school of zij passende ondersteuning kan bieden, eventueel met hulp van het samenwerkingsverband. Sommige leerlingen kunnen aanspraak maken op leerwegondersteuning. Lukt dat niet en wil je echt niet dat jouw kind naar praktijkonderwijs gaat? Dan ontstaat er een conflict en kun je bemiddeling inschakelen of een klacht indienen.

Gerelateerde onderwerpen

Dossier

Belangrijke stappen voor de brugklas

Belangrijke momenten in de overstap van groep 8 naar de brugklas.

Lees meer
Dossier

Schooladvies in groep 8

School geeft advies over het onderwijs dat bij je kind past. Lees meer over dit advies.

Lees meer
Dossier

Veelgestelde vragen

De antwoorden op veelgestelde vragen over de overgang naar de middelbare school.

Lees meer
Dossier

Niet eens met het schooladvies

Niet eens met het schooladvies? Dit kun je doen.

Lees meer

Neem contact met ons op

We helpen u graag met al uw vragen.